Welkom bij iLOQ-ondersteuning

In deze sectie wordt beschreven hoe u de volgorde van kolommen wijzigt in iLOQ Manager.

1. Open een roosterweergave die kolommen bevat, zoals Basisgegevens > Overzicht cilinders.
2. Klik met uw muis op een kolomkop en houd de muisknop ingedrukt.
3. Sleep de kolomkop naar de gewenste locatie. De zwarte pijlen geven de nieuwe locatie voor de kolom aan.

   

    
4. Zet de kolomkop neer op de gewenste locatie.

In deze sectie wordt beschreven hoe u, bijvoorbeeld, het aantal cilinders berekent dat is vereist voor het implementeren van het geplande vergrendelingssysteem.

1. Selecteer Basisgegevens > Overzicht cilinders.
2. Klik op een kolomkop en sleep en zet de kolomkop neer op het lege gebied boven de kolomkoprij. De zwarte pijlen aan de linkerkant van het gebied geven aan dat de kolomkop zich boven de juiste locatie bevindt.

   

    
3. De roosterweergave is nu geordend volgens de kolom die u hebt neergezet in het lege gebied.

   

    

   Op deze manier kunt u op een effectieve manier gebruikmaken van de kolommen om informatie naar uw behoefte te ordenen.

In deze sectie wordt beschreven hoe u gegevens sorteert op kolommen in iLOQ Manager.

1. Open een roosterweergave die kolommen bevat, zoals Basisgegevens > Overzicht cilinders.
2. Selecteer de kolom waarop u de informatie wilt sorteren, en klik vervolgens met uw muis op de kolomkop.
3. De informatie wordt gesorteerd op basis van de geselecteerde kolom, in aflopende of oplopende volgorde.
4. Als u nogmaals op de kolomkop klikt, wordt de informatie gesorteerd in omgekeerde volgorde.

In deze sectie wordt beschreven hoe u gegevens filtert op kolommen in iLOQ Manager.

1. Open een roosterweergave die kolommen bevat, zoals Basisgegevens > Overzicht cilinders.
2. Selecteer de kolom waarop u de informatie wilt sorteren, en klik op de lege cel onder de geselecteerde kolomkop.

   

    

   De celstatus verandert, waarna u in de cel kunt schrijven.

3. Voer in de geselecteerde cel de filtercriteria in.

   Als u bijvoorbeeld de personen wilt weergeven van wie de achternaam de letter A bevat op de pagina Personen typt u "a" in de cel.

   Opmerking:

   De zoekopdracht is niet hoofdlettergevoelig.

   Tip:

   Als alternatief, kunt u de items die u wilt weergeven, selecteren uit een keuzemenu. Als u de keuzelijst wilt weergeven, klikt u op de pijl-omlaag aan de linkerrand van de cel.

   

    

   De achtergrondkleur van de rij is gewijzigd in paars wanneer u de filtercriteria invoert in de geselecteerde cel.

   De informatie wordt gesorteerd op basis van de filtercriteria.
4. Indien noodzakelijk, herhaalt u deze procedure voor andere kolommen om de vergrendelingsgegevens verder te filteren.
5. Als u het oorspronkelijke overzicht wilt weergeven, klikt u op de knop Filtercriteria wissen aan de linkerkant van de rij.

   

    

In deze sectie wordt beschreven hoe u de roosterweergave splitst in iLOQ Manager.

1. Open twee of meer pagina's (bijvoorbeeld Basisgegevens > Overzicht personen en Basisgegevens > Overzicht sleutels).
2. Rechtsklik op een tabblad.

    

3. Selecteer een van de volgende opties:
   • Nieuwe horizontale tabgroep — Splits de roosterweergave horizontaal in twee gedeelten.
   • Nieuwe verticale tabgroep — Splits de roosterweergave verticaal in twee gedeelten.
4. De roosterweergave wordt verdeeld in twee parallelle roosterweergaven.

   Als u de niet-gesplitste roosterweergave wilt retourneren, sluit u alle pagina's op de ene of de andere roosterweergave.

   Tip:

   U kunt een geopende pagina verplaatsen van een roosterweergave naar een andere roosterweergave door te rechtsklikken op het gewenste tabblad en Verplaatsen naar vorige tabbladgroep te selecteren.

In deze sectie wordt beschreven hoe u gebruikmaakt van de bewerkingsmodus in iLOQ Manager.

1. Open een roosterweergave.
2. Selecteer Bewerkingsmodus.
3. Klik op de tabelcel die de informatie bevat die u wilt wijzigen.
4. Breng uw wijzigingen aan in de celinformatie.
5. Klik op de knop Opslaan op de taakbalk.
6. Selecteer opnieuw Bewerkingsmodus.

U kunt verschillende weergaven in iLOQ Manager exporteren naar Excel door te rechtsklikken op de weergave en Naar Excel te selecteren.

In deze sectie wordt beschreven hoe u een afbeelding voor de voorpaginade importeert in iLOQ Manager.

1. Selecteer Beheer > Importeren afbeelding voorpagina.
2. De wizard Importeren afbeelding voorpagina wordt geopend.
3. Selecteer Importeren afbeelding.
4. Voer in het veld Naam van afbeelding het bestandspad en de naam van de afbeelding in of druk op de knop Doorbladeren om het bestand te selecteren in het bestandssysteem.
5. SelecteerVolgende.
6. Bekijk het voorbeeld en controleer of u de juiste afbeelding hebt geïmporteerd.
7. SelecteerVolgende.
8. Er wordt een overzichtscherm weergegeven
9. Selecteer Gereed.
10. Selecteer Sluiten.
11. Selecteer Voorpagina.

    Vernieuw de weergave als de afbeelding van de voorpagina niet wordt weergegeven.

In deze sectie wordt beschreven hoe u sleutels toevoegt aan het iLOQ-vergrendelingssysteem.

1. Selecteer Basisgegevens > Overzicht sleutels.

   

2. Selecteer Sleutel toevoegen.
   De wizard Sleutel toevoegen wordt geopend.
3. Selecteer Sleutel toevoegen.
4. Geef in het veld De naam/beschrijving van de sleutel de sleutel een naam.
   Tip:

   Gebruik bijvoorbeeld de naam "Hoofdsleutel" of "Medewerker".

5. Geef de Startdatum voor de sleutel op.

   Deze waarde geeft de startdatum en -tijd aan voor de geldigheid van de sleutel. Dat betekent dat de sleutel op deze tijd in gebruik wordt genomen.

6. Geef de Einddatum voor de sleutel op.

   Deze waarde geeft de einddatum en -tijd aan voor de geldigheid van de sleutel. Dat betekent dat de sleutel op deze tijd uit gebruik wordt genomen.

7. Indien noodzakelijk, voert u in het veld Geplande retourdatum de geplande retourdatum in.
   Opmerking:

   Dit veld is uitsluitend ter informatie, voor de beheerder. De waarde heeft geen effect op de geldigheid van de sleutel.

8. Selecteer het sleuteltype:

   • Key Fob

   • Telefoon

   • S5

9. Selecteer de Offlinevervaltijd.

   Als er een standaard offlinevervaltijd van het systeem is opgegeven, wordt deze voorgesteld voor de sleutel. U kunt een sleutelspecifieke offlinevervaltijd opgeven door de voorgestelde tijd te bewerken.

   • Bij een Key Fob:

     Een Key Fob is standaard een offlineapparaat. In dat opzicht is de offlinevervaltijd de geldigheidsduur van de Key Fob.

     Wanneer een Key Fob echter verbinding maakt met een server, wordt de offlinevervaltijd gereset. Een Key Fob maakt draadloos, op afstand verbinding met een server met behulp van de iLOQ FobApp-applicatie.

   • Bij een Telefoonsleutel:

     Wanneer de telefoon geen verbinding meer heeft met het mobiele netwerk, begint de offlinevervaltijd te lopen. Wanneer deze tijd is verstreken, wordt de telefoonsleutel ongeldig.

10. SelecteerVolgende.
11. Indien noodzakelijk, selecteert u de persoon aan wie de sleutel wordt overhandigd.
    Tip:

    Als de gewenste persoon niet staat vermeld op de persoonlijst, kunt u een nieuwe persoon aanmaken door te rechtsklikken en Nieuwe persoon toevoegen te selecteren.

12. SelecteerVolgende.
13. Selecteer de toegangsrechten voor de sleutel
    1. Selecteer het gewenste toegangsrecht in de lijst aan de linkerkant. Selecteer, bijvoorbeeld, "Hoofdtoegangsrecht" voor de "Hoofdsleutel".
    2. U kunt als volgt de selectie van toegangsrechten beheren met de pijlknoppen:
       •  — Klik op de knop Pijlen Rechts om alle items te verplaatsen naar de selectielijst.
       •  — Klik op de knop Pijl Rechts om de geselecteerde items te verplaatsen naar de selectielijst.
       •  — Klik op de knop Pijl Links om de geselecteerde items te verwijderen uit de selectielijst.
       •  — Klik op de knop Pijl Rechts om alle items te verwijderen uit de selectielijst.
14. SelecteerVolgende.
15. Geef tijdprofielinstellingen voor de sleutel op.

    Selecteer een van de volgende opties:

    • Tijdprofielen niet in gebruik - Tijdprofielen zijn niet in gebruik op de sleutel.

    • Tijdprofielen selecteren - Selecteer deze optie om tijdprofielen voor de sleutel te selecteren.

16. SelecteerVolgende.
17. Selecteer het/de tijdprofiel(en) voor de sleutel.
    1. Selecteer het gewenste tijdprofiel in de lijst aan de linkerkant.
    2. U kunt als volgt de selectie van tijdprofielen beheren met de pijlknoppen:
       •  — Klik op de knop Pijlen Rechts om alle items te verplaatsen naar de selectielijst.
       •  — Klik op de knop Pijl Rechts om de geselecteerde items te verplaatsen naar de selectielijst.
       •  — Klik op de knop Pijl Links om de geselecteerde items te verwijderen uit de selectielijst.
       •  — Klik op de knop Pijl Rechts om alle items te verwijderen uit de selectielijst.

       Bij selectie van:

       • Een vast tijdprofiel kunt u de inhoud ervan in het gebied aan de rechterkant bekijken.

       • Een bewerkbaar tijdprofiel kunt u de inhoud voor deze specifieke sleutel in het gebied aan de rechterkant bekijken en bewerken.

18. SelecteerVolgende.
19. Selecteer het aantal aan te maken sleutels.
20. SelecteerVolgende.
21. Selecteer hoe u verder wilt gaan:

    • Voor het sleuteltype Telefoon:

      • Laat sleutels in planningsstatus — Selecteer Laat sleutels in planningsstatus als u de sleutel in de planningsstatus wilt laten staan, en de sleutel later wilt programmeren.

      • Verstuur sleutels — Selecteer Verstuur sleutels als u de programmeertaak naar de telefoon wilt verzenden.

    • Voor het sleuteltype Key Fob of S5:

      • Laat sleutel in planningsstatus — Selecteer Laat sleutel in planningsstatus als u de sleutel in de planningsstatus wilt laten staan, en de sleutel later wilt programmeren.

      • Sleutel autoriseren — Selecteer Sleutel autoriseren als u de programmeertaak wilt aanmaken maar deze later wilt uitvoeren, of als u de sleutel op afstand wilt programmeren via een telefoon.

      • Autoriseren en programmeren — Selecteer Autoriseren en programmeren als u de programmeertaak wilt aanmaken en deze onmiddellijk wilt uitvoeren.

      • Sleutel autoriseren, programmeren en overhandigen — Selecteer Sleutel autoriseren, programmeren en overhandigen als u de programmeertaak wilt aanmaken, deze onmiddellijk wilt uitvoeren voor een sleutel, en de sleutel wilt overhandigen.

22. SelecteerVolgende.
23. Optioneel: Wanneer Telefoonsleutels worden verstuurd, wordt een overzichtsscherm geopend.
24. Optioneel: Selecteer Gereed.
25. Optioneel: Wanneer Telefoonsleutels worden verstuurd, geeft u aan hoe de sleutels naar de telefoon moeten worden verstuurd.

    De opties zijn SMS of E-mail. Voer de informatie in.

26. Optioneel: Selecteer Autoriseren.
27. Optioneel: Er wordt een overzichtscherm weergegeven
28. Optioneel: Selecteer Sluiten.
29. Er wordt een overzichtscherm weergegeven
30. Volg de wizard om de procedure te beëindigen.

In deze sectie wordt beschreven hoe u een kopie van een bestaande Key Fob of Telefoonsleutel toevoegt aan het iLOQ-vergrendelingssysteem.

1. Selecteer Basisgegevens > Overzicht sleutels.

   

2. Selecteer Sleutel toevoegen.
   De wizard Sleutel toevoegen wordt geopend.
3. Selecteer Kopie van bestaande sleutel toevoegen.
4. Selecteer de te kopiëren sleutel.
5. SelecteerVolgende.
6. Geef in het veld De naam/beschrijving van de sleutel de sleutel een naam.
   Tip:

   Gebruik bijvoorbeeld de naam "Hoofdsleutel" of "Medewerker".

7. Geef de Startdatum voor de sleutel op.

   Deze waarde geeft de startdatum en -tijd aan voor de geldigheid van de sleutel. Dat betekent dat de sleutel op deze tijd in gebruik wordt genomen.

8. Geef de Einddatum voor de sleutel op.

   Deze waarde geeft de einddatum en -tijd aan voor de geldigheid van de sleutel. Dat betekent dat de sleutel op deze tijd uit gebruik wordt genomen.

9. Indien noodzakelijk, voert u in het veld Geplande retourdatum de geplande retourdatum in.
   Opmerking:

   Dit veld is uitsluitend ter informatie, voor de beheerder. De waarde heeft geen effect op de geldigheid van de sleutel.

10. Optioneel: Selecteer het sleuteltype:

    • Key Fob

    • Telefoonsleutel

    • S5

11. Selecteer de Offlinevervaltijd.

    Als er een standaard offlinevervaltijd van het systeem is opgegeven, wordt deze voorgesteld voor de sleutel. U kunt een sleutelspecifieke offlinevervaltijd opgeven door de voorgestelde tijd te bewerken.

    • Bij een Key Fob:

      Een Key Fob is standaard een offlineapparaat. In dat opzicht is de offlinevervaltijd de geldigheidsduur van de Key Fob.

      Wanneer een Key Fob echter verbinding maakt met een server, wordt de offlinevervaltijd gereset. Een Key Fob maakt draadloos, op afstand verbinding met een server met behulp van de iLOQ FobApp-applicatie.

    • Bij een Telefoonsleutel:

      Wanneer de telefoon geen verbinding meer heeft met het mobiele netwerk, begint de offlinevervaltijd te lopen. Wanneer deze tijd is verstreken, wordt de telefoonsleutel ongeldig.

12. SelecteerVolgende.
13. Indien noodzakelijk, selecteert u de persoon aan wie de sleutel wordt overhandigd.
    Tip:

    Als de gewenste persoon niet staat vermeld op de persoonlijst, kunt u een nieuwe persoon aanmaken door te rechtsklikken en Nieuwe persoon toevoegen te selecteren.

14. SelecteerVolgende.
15. Selecteer de toegangsrechten voor de sleutel
    1. Selecteer het gewenste toegangsrecht in de lijst aan de linkerkant. Selecteer, bijvoorbeeld, "Hoofdtoegangsrecht" voor de "Hoofdsleutel".
    2. U kunt als volgt de selectie van toegangsrechten beheren met de pijlknoppen:
       •  — Klik op de knop Pijlen Rechts om alle items te verplaatsen naar de selectielijst.
       •  — Klik op de knop Pijl Rechts om de geselecteerde items te verplaatsen naar de selectielijst.
       •  — Klik op de knop Pijl Links om de geselecteerde items te verwijderen uit de selectielijst.
       •  — Klik op de knop Pijl Rechts om alle items te verwijderen uit de selectielijst.
16. SelecteerVolgende.
17. Selecteer het/de tijdprofiel(en) voor de sleutel.
    1. Selecteer het gewenste tijdprofiel in de lijst aan de linkerkant.
    2. U kunt als volgt de selectie van tijdprofielen beheren met de pijlknoppen:
       •  — Klik op de knop Pijlen Rechts om alle items te verplaatsen naar de selectielijst.
       •  — Klik op de knop Pijl Rechts om de geselecteerde items te verplaatsen naar de selectielijst.
       •  — Klik op de knop Pijl Links om de geselecteerde items te verwijderen uit de selectielijst.
       •  — Klik op de knop Pijl Rechts om alle items te verwijderen uit de selectielijst.

       Bij selectie van:

       • Een vast tijdprofiel kunt u de inhoud ervan in het gebied aan de rechterkant bekijken.

       • Een bewerkbaar tijdprofiel kunt u de inhoud voor deze specifieke sleutel in het gebied aan de rechterkant bekijken en bewerken.

18. SelecteerVolgende.
19. Selecteer het aantal aan te maken sleutels.
20. SelecteerVolgende.
21. Selecteer hoe u verder wilt gaan:

    • Voor het sleuteltype Telefoon:

      • Laat sleutels in planningsstatus — Selecteer Laat sleutels in planningsstatus als u de sleutel in de planningsstatus wilt laten staan, en de sleutel later wilt programmeren.

      • Verstuur sleutels — Selecteer Verstuur sleutels als u de programmeertaak naar de telefoon wilt verzenden.

    • Voor het sleuteltype Key Fob of S5:

      • Laat sleutel in planningsstatus — Selecteer Laat sleutel in planningsstatus als u de sleutel in de planningsstatus wilt laten staan, en de sleutel later wilt programmeren.

      • Sleutel autoriseren — Selecteer Sleutel autoriseren als u de programmeertaak wilt aanmaken maar deze later wilt uitvoeren, of als u de sleutel op afstand wilt programmeren via een telefoon.

      • Autoriseren en programmeren — Selecteer Autoriseren en programmeren als u de programmeertaak wilt aanmaken en deze onmiddellijk wilt uitvoeren.

      • Sleutel autoriseren, programmeren en overhandigen — Selecteer Sleutel autoriseren, programmeren en overhandigen als u de programmeertaak wilt aanmaken, deze onmiddellijk wilt uitvoeren voor een sleutel, en de sleutel wilt overhandigen.

22. SelecteerVolgende.
23. Er wordt een overzichtscherm weergegeven
24. Volg de wizard om de procedure te beëindigen.