In deze sectie wordt beschreven hoe u sleutels toevoegt aan iLOQ S10 Locking System.
U hebt niet de feitelijke fysieke sleutels nodig wanneer u sleutels toevoegt aan iLOQ S10 Manager. U kunt de sleutels definiëren en deze in een latere fase koppelen aan de fysieke sleutels.
Verplichte velden zijn gemarkeerd met een asterisk (*).
Ga als volgt verder.
- Selecteer Basisgegevens > Overzicht sleutels.
- Selecteer Sleutel toevoegen.De wizard Sleutel toevoegen wordt geopend.
- Selecteer Sleutel toevoegen.
- Geef de sleutel een naam in het veld De naam/beschrijving van de sleutel.Tip:
Gebruik bijvoorbeeld de naam "Hoofdsleutel" of "Medewerker".
- Indien noodzakelijk, voert u in het veld Geplande retourdatum de geplande retourdatum in.
- Selecteer Volgende.
- Indien noodzakelijk, selecteert u de persoon aan wie de sleutel wordt overhandigd.Tip:
Als de gewenste persoon niet staat vermeld op de persoonlijst, kunt u een nieuwe persoon aanmaken door te rechtsklikken en Nieuwe persoon toevoegen te selecteren.
- Selecteer Volgende.
- Selecteer de toegangsrechten voor de sleutel
- Selecteer het gewenste toegangsrecht in de lijst aan de linkerkant. Selecteer, bijvoorbeeld, "Hoofdtoegangsrecht" voor de "Hoofdsleutel".
- U kunt als volgt de selectie van toegangsrechten beheren met de pijlknoppen:
- — Klik op de knop Pijlen Rechts om alle items te verplaatsen naar de selectielijst.
- — Klik op de knop Pijl Rechts om de geselecteerde items te verplaatsen naar de selectielijst.
- — Klik op de knop Pijl Links om de geselecteerde items te verwijderen uit de selectielijst.
- — Klik op de knop Pijl Rechts om alle items te verwijderen uit de selectielijst.
- Indien nodig, stelt u de sleutel in als tijdbegrensd door Bepaal tijdsbeperkingen te selecteren.
U kunt als volgt twee verschillende tijdgrenzen definiëren:
- Startdatum of Weekkalender voor de eerste tijdsbegrenzing.
- Sleutel is geldig tot of Weekkalender voor de tweede tijdsbegrenzing.
Opmerking:Wanneer u de tijdgrenzen definieert, definieert u de tijden waarop de sleutel is ingeschakeld.
De opties zijn:
Niet in gebruik — Als u dit keuzerondje selecteert, is de sleutel niet tijdbegrensd. De sleutel is altijd ingeschakeld.
Startdatum — Als u dit keuzerondje selecteert, is de sleutel tijdbegrensd op cilinders waarvoor tijdsbegrenzing 1 is ingeschakeld. De sleutel is ingeschakeld vanaf de datum en tijd die u hebt gedefinieerd in de datum- en tijdvelden.
Weekkalender — Als u dit keuzerondje selecteert, is de sleutel tijdbegrensd op cilinders waarvoor tijdsbegrenzing 1 is ingeschakeld. De sleutel is ingeschakeld op de wekelijkse tijden die u hebt gedefinieerd in de kalender.
Sleutel is geldig tot — Als u dit keuzerondje selecteert, is de sleutel tijdbegrensd op cilinders waarvoor tijdsbegrenzing 2 is ingeschakeld. De sleutel is ingeschakeld tot de datum en tijd die u hebt gedefinieerd in de datum- en tijdvelden.
Weekkalender — Als u dit keuzerondje selecteert, is de sleutel tijdbegrensd op cilinders waarvoor tijdsbegrenzing 2 is ingeschakeld. De sleutel is ingeschakeld op de wekelijkse tijden die u hebt gedefinieerd in de kalender.
Tip:Als u een tijdgrens van de ene dag op de andere wilt definiëren, zoals van maandag 18.00 uur tot dinsdag 07.00 uur, stelt u de starttijd in in het starttijdveld, en de eindtijd in het eindtijdveld. Als de starttijd later is dan de eindtijd, stelt het systeem om middernacht automatisch de wijziging van dag in.
Tip:U kunt een kalendervoorbeeld met de gedefinieerde tijdgrenzen bekijken door te klikken op de knop Voorbeeld.
- Selecteer Volgende.
- Selecteer het aantal aan te maken sleutels.
- Selecteer Volgende.
- Selecteer hoe u verder wilt gaan.De opties zijn:
- Laat sleutel in planningsstatus — Selecteer Laat sleutel in planningsstatus als u de sleutel in de planningsstatus wilt laten staan, en verder wilt gaan met het plannen van het vergrendelingssysteem zonder, bijvoorbeeld, fysieke sleutels te programmeren.
- Sleutel autoriseren — Sleutels moet worden geautoriseerd, voordat deze kunnen worden geprogrammeerd. Autoriseren maakt een programmeertaak aan voor de sleutel, voor latere programmering. Voor meer informatie, raadpleegt u Sleutels en Sleutels autoriseren.
- Sleutel autoriseren en programmeren — Selecteer Sleutel autoriseren en programmeren om een programmeertaak te autoriseren, en om de sleutel onmiddellijk te programmeren. Voor meer informatie, raadpleegt u Sleutels programmeren.
- Sleutel autoriseren, programmeren en overhandigen — Selecteer Sleutel autoriseren, programmeren en overhandigen om onmiddellijk een programmeertaak te autoriseren, de sleutel te programmeren en de sleutel te overhandigen aan een persoon.
- Selecteer Volgende.
- Er wordt een overzichtscherm weergegeven
- Selecteer optioneel of u een sleuteloverhandigingsdocument wilt afdrukken.
- Volg de wizard om de procedure te beëindigen.
Did this article solve your problem?
Give feedback & see related articles