In deze sectie wordt beschreven hoe u objecten verplaatst naar zones in het iLOQ S10 Manager.
Opmerking:
Als u de zonestructuur hebt aangemaakt als onderdeel van de algemene systeemimplementatie-procedure, hoeft u niet noodzakelijkerwijs objecten te verplaatsen naar zones. Als u echter zones toevoegt aan een bestaand vergrendelingssysteem, kunt u bestaande objecten verplaatsen naar de zones.
Ga als volgt verder.
Open de pagina die de objecten bevat die u wilt verplaatsen naar de zone, zoals Basisgegevens > Overzicht cilinders.
Selecteer de objecten die u wilt verwijderen.
Rechtsklik op de objecten en selecteer Wijzig zone van een <object>.
De wizard Wijzig zone van <object> wordt geopend.
Selecteer Wijzig zone.
Indien noodzakelijk, selecteert u de objecten die worden verwijderd.
Selecteer Volgende.
Selecteer de zone waar de objecten naartoe worden verplaatst.
In deze sectie wordt beschreven hoe u zones verwijdert uit iLOQ S10 Locking System.
Opmerking:
U kunt geen object verwijderen voordat u eerst alle verbindingen hebt verwijderd die het object bevat (u kunt, bijvoorbeeld, niet een persoon met sleutels verwijderen voordat u eerst de sleutels verwijdert van die persoon).
Wanneer u een object verwijdert, worden gebeurtenissen die betrekking hebben op het object niet verwijdert uit het gebeurtenissenlogboek.
Ga als volgt verder.
Selecteer Extra gegevens > Overzicht zones.
Selecteer de zones die u wilt verwijderen.
Selecteer Bewerken > Bewerkingsmodus om de bewerkingsmodus in te schakelen.
Rechtsklik op een van de geselecteerde zones en selecteer Verwijderen.
Als alternatief, kunt u op de toets Del drukken.
Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven
Selecteer Ja.
Selecteer Bewerken > Bewerkingsmodus om de bewerkingsmodus uit te schakelen.
Het systeem vraagt of u de wijzigingen wilt opslaan. Selecteer Ja.
Het scherm met de basisinformatie wordt geopend. De velden zijn:
Naam van vergrendelingssysteem — Dit veld bevat het licentiecontractnummer. U kunt dit veld niet bewerken.
Reservering apparaatregistratie — Dit veld bevat de systeemcode voor het iLOQ Booker-apparaat, indien in gebruik.
Naam in rapportage — Dit veld bevat de vergrendelingssysteemnaam die wordt weergegeven in verschillende rapportages die worden samengesteld binnen het systeem.
Adres — Dit veld bevat het woonadres van het vergrendelingssysteem, indien van toepassing.
Verantwoordelijke persoon — Dit veld bevat de naam van de contactpersoon die verantwoordelijk is voor het vergrendelingssysteem.
Persoon die verantwoordelijk is voor programmeren — Dit veld bevat de naam van de persoon die primair verantwoordelijk is voor het programmeren van het vergrendelingssysteem.
Status — Dit veld bevat de status van het vergrendelingssysteem. Mogelijke waarden zijn:
In gebruik — Het vergrendelingssysteem is in gebruik.
Niet in gebruik — Het vergrendelingssysteem is niet in gebruik. Deze waarde is verouderd.
Bericht op startpagina — Dit veld bevat een bericht dat wordt weergegeven op de voorpagina van het vergrendelingssysteem.
Het scherm met systeeminstellingen wordt geopend. De instellingen zijn:
Overhandigde sleutel kan worden gekoppeld aan een andere persoon zonder de sleutel te hoeven retourneren — Als deze instelling in gebruik is, kunt u een overhandigde sleutel loskoppelen van een persoon of opnieuw koppelen aan een andere persoon zonder de sleutel eerst te retourneren. Deze functie is nuttig als de sleutel van eigenaar wisselt zonder dat de sleutel wordt geretourneerd aan de beheerder.
Opmerking:
Als u een overhandigde sleutel koppelt aan een andere persoon zonder de sleutel eerst te retourneren, dient u aandacht te besteden aan de audit-trails op cilinders die geen klokken hebben. Deze audit-trails zullen weergeven dat de sleuteleigenaar de persoon is aan wie de sleutel was gekoppeld op het audit-trailkeuzemoment, aangezien een klokloze cilinder niet weet wanneer de persoon is gewijzigd. Als de sleutel wordt geretourneerd voordat deze wordt overhandigd aan een nieuwe persoon, zullen zelfs de klokloze cilinders weten welke beheerder gebruik heeft gemaakt van de cilinder. Het wordt daarom aanbevolen om de sleutel te retourneren voordat de sleutel wordt overhandigd aan een nieuwe persoon.
Perceelfunctionaliteit actief — Als gebruik wordt gemaakt van deze instelling, zijn percelen ingeschakeld. Voor meer informatie raadpleegt u Percelen.
Toegangsgroepen in gebruik — Als deze instelling wordt gebruikt, worden toegangsgroepen ingeschakeld. Voor meer informatie raadpleegt u Kalendergestuurde deuren.
Sleutel PIN-codes in gebruik — Als deze instelling wordt gebruikt, worden sleutel PIN-codes ingeschakeld. Voor meer informatie raadpleegt u Kalendergestuurde deuren.
Verdeelde cilindertijdsbegrenzingen in gebruik — Als gebruik wordt gemaakt van deze instelling, kunnen cilinders gebruikmaken van verdeelde tijdsbegrenzingen.
Opmerking:
Cilinders met softwareversie 94 of ouder kunnen alleen beide tijdgrenzen afhandelen, of helemaal geen tijdgrenzen.
Cilinders met softwareversie 95 of nieuwer kunnen tijdgrens 1 of tijdgrens 2 afhandelen, beide tijdgrenzen of helemaal geen tijdgrenzen. Met andere woorden, deze cilinders kunnen verdeelde cilindertijdsbegrenzingen afhandelen.
Deze selectie is onomkeerbaar.
U kunt de softwareversie van een geprogrammeerde cilinder controleren in de cilinderroosterweergave, in de kolom SW-versie. Standaard is deze kolom verborgen.
Sleuteltagfunctie beschikbaar — De sleutels kunnen RFID-tags bevatten. Als dit het geval is, kunnen de RFID-gegevens als volgt worden beheerd:
Niet in gebruik — De sleutels bevatten geen RFID-tags.
Veld vergrendeld — De sleutels met RFID-tags worden geleverd door iLOQ, en de tags bevatten unieke ID's. De unieke ID wordt automatisch overgedragen aan de software wanneer de sleutel wordt geprogrammeerd. U kunt de ID niet handmatig bewerken.
Veld bewerkbaar — De sleutels worden geleverd door iLOQ. De sleutels worden uitgerust met RFID-tags door de klant, en de tags bevatten identifiers. De beheerder moet de tag-identifier handmatig typen tijdens het programmeren van de sleutel. De beheerder kan de identifier later bewerken.
Standaardtoegangsrecht — U kunt het standaardtoegangsrecht van het systeem in dit keuzemenu selecteren. Het standaardtoegangsrecht wordt automatisch toegevoegd aan nieuwe cilinders.
Net Bridge firmware remote update in use — Als deze instelling wordt gebruikt, werkt Net Bridge de software en firmware van zichzelf en op de busapparaten bij.
Update time — U kunt de begintijd definiëren voor de installatieperiode van de software en firmware. De toegestane installatieperiode bedraagt drie uur.
Uitgestelde Hot Spot sleutel update in gebruik — Als deze instelling in gebruik is, kunt u wijzigingen van toegangsrechten voor sleutels definiëren voor de toekomst. Deze wijzigingen zijn pas op de gedefinieerde datum beschikbaar op de hotspot voor sleutelprogrammering.
In deze sectie wordt beschreven hoe u de tijdzone van het vergrendelingssysteem wijzigt in iLOQ S10 Manager.
Normaliter wordt de tijdzone door iLOQ vooraf ingesteld op de juiste waarde in iLOQ S10 Locking System. De ingestelde tijdzone is afhankelijk van het land waaraan het systeem wordt geleverd. Als het systeem wordt gebruikt in een ander land dan het land van levering, moet u de tijdzone wellicht wijzigen.
Belangrijk:
Als het systeem sleutels bevat die tijdsbegrenzingen hebben, moet u de sleutels herprogrammeren nadat u de tijdzone hebt gewijzigd. Als u dit niet doet, zullen de sleutels op onjuiste tijden geldig zijn.
Selecteer Rapportageteksten in het Weergaven-gebied.
Selecteer de gewenste rapportage in het keuzemenu Rapportage.
Selecteer de gewenste rapportagetaal door te klikken op het gewenste vlagpictogram.
De rapportagetekst wordt geopend in de editorweergave.
Bewerk de rapportagetekst.
De besturingselementen van de editor zullen u bekend voorkomen van elke willekeurige teksteditor.
U kunt gebruikmaken van vergrendelingssysteemspecifieke variabelen in de tekst door te klikken op de knop Veld toevoegen .
De variabelen voegen dynamisch informatie uit het systeem toe aan de locatie waar de variabele wordt gebruikt. De variabelen zijn als volgt:
Naam van vergrendelingssysteem — Deze variabele voegt de naam van het vergrendelingssysteem toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!LGDescription].
Naam van vergrendelingssysteem en perceel — Deze variabele voegt de naam van het vergrendelingssysteem en de naam van het perceel waartoe de sleutel behoort, toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!LGDescriptionAndRealEstate].
De naam van de persoon — Deze variabele voegt de naam van de persoon die aan de sleutel is gekoppeld, toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!PersonName].
De naam van de persoon en identifier — Deze variabele voegt de naam en het ID-nummer van de persoon toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!PersonNameAndPersonCode].
Bedrijf/afdeling — Deze variabele voegt de naam van het bedrijf/de afdeling waartoe de persoon behoort, toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!CompanyName].
Ingelogde gebruiker — Deze variabele voegt de naam van de ingelogde gebruiker toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!UserName].
Beschrijving van de sleutel — Deze variabele voegt de beschrijving van de sleutel toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!Description].
Sleutellabel — Deze variabele voegt het label van de sleutel toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!Stamp].
RFID-tagnummer sleutel — Deze variabele voegt het RFID-tagnummer van de sleutel toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!TagKey].
Rom_ID — Deze variabele voegt het serienummer van de sleutel toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!Rom_ID].
Datum — Deze variabele voegt de huidige datum toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!Date].
Pincode sleutel — Deze variabele voegt de PIN-code van de sleutel toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!AccessCode].
Handtekening — Deze variabele voegt een veld voor een afbeelding van een digitale handtekening toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!SignatureImage].
Tijdens het bewerken in de editor kunt u op de knop Annuleren drukken om niet-opgeslagen wijzigingen ongedaan te maken. Als u niet tevreden bent met de wijzigingen die u hebt opgeslagen naar de rapportage, kunt u op elk moment op de knop Rapportage naar standaard resetten drukken om de rapportage te resetten naar de standaardrapportage.
In deze sectie wordt beschreven hoe u cilindergegevens importeert vanuit Excel naar iLOQ S10 Locking System.
U kunt dezelfde gegevens importeren als u zou invoeren via de wizard Cilinder toevoegen. U kunt geen gegevens importeren die betrekking hebben op de cilinderstatus.
Ga als volgt verder.
Selecteer Basisgegevens > Overzicht cilinders.
Open het Excel-sheet dat de te importeren gegevens bevat.
Rangschik de Excel-kolommen zodat ze overeenkomen met de kolommen in het cilinderrooster.
U moet ten minste de hieronder vermelde kolommen importeren:
Locatie
Vergrendelingsdoel
Cilindertype
De overige kolommen zijn optioneel. U kunt ook gebruikmaken van lege kolommen op het Excel-sheet, als u het importeren van bepaalde kolommen in het cilinderrooster wilt overslaan. Importeer geen kolomkoppen vanuit Excel.
In iLOQ S10 Manager, selecteert u Bewerkingsmodus om de bewerkingsmodus in te schakelen..
Kopieer de cellen uit het Excel-sheet.
Selecteer de lege rij onder de laagste gegevensrij.
Belangrijk:
Selecteer de volledige rij door te klikken op het sterpictogram aan de linkerkant van de rij. Selecteer niet de eerste cel in de rij.
Plak de gegevens.
Selecteer opnieuw Bewerkingsmodus om de bewerkingsmodus uit te schakelen.
In deze sectie wordt beschreven hoe u personen importeert uit Excel naar het iLOQ S10 Locking System.
U kunt dezelfde gegevens importeren als u zou invoeren via de wizard Persoon toevoegen.
Ga als volgt verder.
Selecteer Basisgegevens > Overzicht personen.
Open het Excel-sheet dat de te importeren gegevens bevat.
Rangschik de Excel-kolommen zodat ze overeenkomen met de kolommen in het personenrooster.
U moet ten minste de hieronder vermelde kolommen importeren:
Voornaam
Achternaam
U kunt niet de hieronder vermelde kolommen importeren:
Tellen van sleutels
Functiegroepen
Bewerkbaar
De overige kolommen zijn optioneel. U kunt geen gebruik maken van lege kolommen op het Excel-sheet om het importeren van kolommen in het cilinderrooster over te slaan. Importeer geen kolomkoppen vanuit Excel.
Selecteer Bewerkingsmodus om de bewerkingsmodus in te schakelen.
Kopieer de gegevens uit het Excel-sheet.
Selecteer de laagste rij.
Belangrijk:
Selecteer de volledige rij door te klikken op het sterpictogram aan de linkerkant van de rij. Selecteer niet de eerste cel in de rij.
Plak de gegevens.
Selecteer opnieuw Bewerkingsmodus om de bewerkingsmodus uit te schakelen.
In deze sectie wordt beschreven hoe u sleutels toevoegt aan de geselecteerde cilinders in iLOQ S10 Manager.
Wanneer u sleutels toevoegt aan cilinders, voegt u bijvoorbeeld verschillende appartementspecifieke of kantoorspecifieke sleutels toe voor een groot aantal cilinders tijdens de implementatiefase. Gebruik deze functie niet voor het toevoegen van één sleutel.
Opmerking:
Verplichte velden zijn gemarkeerd met een asterisk (*).
Ga als volgt verder.
Selecteer Basisgegevens > Overzicht cilinders.
Selecteer de cilinders waarvoor u de sleutels wilt aanmaken.
Rechtsklik op een van de geselecteerde cilinders.
Selecteer Sleutels voor cilinders aanmaken.
Selecteer Sleutels aan cilinders toevoegen.
De wizard Sleutels aan cilinders toevoegen wordt geopend.
Selecteer Sleutels aan cilinders toevoegen.
Selecteer de toegangsrechten voor de sleutel.
Opmerking:
Individuele, cilinderspecifieke toegangsrechten worden automatisch ingesteld. Selecteer geen individuele toegangsrechten.
Selecteer het gewenste toegangsrecht in de lijst aan de linkerkant.
U kunt als volgt de selectie van toegangsrechten beheren met de pijlknoppen:
— Klik op de knop Pijlen Rechts om alle items te verplaatsen naar de selectielijst.
— Klik op de knop Pijl Rechts om de geselecteerde items te verplaatsen naar de selectielijst.
— Klik op de knop Pijl Links om de geselecteerde items te verwijderen uit de selectielijst.
— Klik op de knop Pijl Rechts om alle items te verwijderen uit de selectielijst.
Indien nodig, stelt u de sleutels in als tijdbegrensd door Bepaal tijdsbeperkingen te selecteren.
U kunt als volgt twee verschillende tijdgrenzen definiëren:
Startdatum of Weekkalender voor de eerste tijdsbegrenzing.
Sleutel is geldig tot of Weekkalender voor de tweede tijdsbegrenzing.
Opmerking:
Wanneer u de tijdgrenzen definieert, definieert u de tijden waarop de sleutel is ingeschakeld.
De opties zijn:
Niet in gebruik — Als u dit keuzerondje selecteert, is de sleutel niet tijdbegrensd. De sleutel is altijd ingeschakeld.
Startdatum — Als u dit keuzerondje selecteert, is de sleutel tijdbegrensd op cilinders waarvoor tijdsbegrenzing 1 is ingeschakeld. De sleutel is ingeschakeld vanaf de datum en tijd die u hebt gedefinieerd in de datum- en tijdvelden.
Weekkalender — Als u dit keuzerondje selecteert, is de sleutel tijdbegrensd op cilinders waarvoor tijdsbegrenzing 1 is ingeschakeld. De sleutel is ingeschakeld op de wekelijkse tijden die u hebt gedefinieerd in de kalender.
Sleutel is geldig tot — Als u dit keuzerondje selecteert, is de sleutel tijdbegrensd op cilinders waarvoor tijdsbegrenzing 2 is ingeschakeld. De sleutel is ingeschakeld tot de datum en tijd die u hebt gedefinieerd in de datum- en tijdvelden.
Weekkalender — Als u dit keuzerondje selecteert, is de sleutel tijdbegrensd op cilinders waarvoor tijdsbegrenzing 2 is ingeschakeld. De sleutel is ingeschakeld op de wekelijkse tijden die u hebt gedefinieerd in de kalender.
Tip:
Als u een tijdgrens van de ene dag op de andere wilt definiëren, zoals van maandag 18.00 uur tot dinsdag 07.00 uur, stelt u de starttijd in in het starttijdveld, en de eindtijd in het eindtijdveld. Als de starttijd later is dan de eindtijd, stelt het systeem om middernacht automatisch de wijziging van dag in.
Tip:
U kunt een kalendervoorbeeld met de gedefinieerde tijdgrenzen bekijken door te klikken op de knop Voorbeeld.
Selecteer Volgende.
Selecteer:
Het aantal aan te maken sleutels voor elke geselecteerde cilinder, in het keuzemenu Sleutels die per cilinder moeten worden aangemaakt.
Het benamingsschema voor de aan te maken sleutels, in het keuzemenu Benaming van sleutels die worden aangemaakt volgens:.
Indien noodzakelijk, typt u in het veld Toevoeging wordt aan de naam toegevoegd een toevoeging die wordt toegevoegd voor de aangemaakte sleutelnamen.
Selecteer Volgende.
Selecteer hoe u verder wilt gaan.
De opties zijn:
Laat sleutel in planningsstatus — Selecteer Laat sleutels in planningsstatus als u de sleutels in de planningsstatus wilt laten staan, en verder wilt gaan met het plannen van het vergrendelingssysteem zonder, bijvoorbeeld, fysieke sleutels te programmeren.
Sleutel autoriseren — Sleutels moet worden geautoriseerd, voordat deze kunnen worden geprogrammeerd. Autoriseren maakt een programmeertaak aan voor de sleutel, voor latere programmering. Voor meer informatie, raadpleegt u Sleutels en Sleutels autoriseren.
Sleutel autoriseren en programmeren — Selecteer Sleutels autoriseren en programmeren om een programmeertaak te autoriseren, en om de sleutels onmiddellijk te programmeren. Voor meer informatie, raadpleegt u Sleutels programmeren.