In deze sectie wordt beschreven hoe u de standaard rapportageteksten bewerkt in iLOQ S10 Manager.
Ga als volgt verder.
- Selecteer Beheer > Informatie vergrendelingssysteem bewerken.
- Selecteer Rapportageteksten in het Weergaven-gebied.
- Selecteer de gewenste rapportage in het keuzemenu Rapportage.
- Selecteer de gewenste rapportagetaal door te klikken op het gewenste vlagpictogram.
- De rapportagetekst wordt geopend in de editorweergave.
- Bewerk de rapportagetekst.
De besturingselementen van de editor zullen u bekend voorkomen van elke willekeurige teksteditor.
U kunt gebruikmaken van vergrendelingssysteemspecifieke variabelen in de tekst door te klikken op de knop Veld toevoegen .
De variabelen voegen dynamisch informatie uit het systeem toe aan de locatie waar de variabele wordt gebruikt. De variabelen zijn als volgt:
- Naam van vergrendelingssysteem — Deze variabele voegt de naam van het vergrendelingssysteem toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!LGDescription].
- Naam van vergrendelingssysteem en perceel — Deze variabele voegt de naam van het vergrendelingssysteem en de naam van het perceel waartoe de sleutel behoort, toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!LGDescriptionAndRealEstate].
- De naam van de persoon — Deze variabele voegt de naam van de persoon die aan de sleutel is gekoppeld, toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!PersonName].
- De naam van de persoon en identifier — Deze variabele voegt de naam en het ID-nummer van de persoon toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!PersonNameAndPersonCode].
- Bedrijf/afdeling — Deze variabele voegt de naam van het bedrijf/de afdeling waartoe de persoon behoort, toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!CompanyName].
- Ingelogde gebruiker — Deze variabele voegt de naam van de ingelogde gebruiker toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!UserName].
- Beschrijving van de sleutel — Deze variabele voegt de beschrijving van de sleutel toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!Description].
- Sleutellabel — Deze variabele voegt het label van de sleutel toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!Stamp].
- RFID-tagnummer sleutel — Deze variabele voegt het RFID-tagnummer van de sleutel toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!TagKey].
- Rom_ID — Deze variabele voegt het serienummer van de sleutel toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!Rom_ID].
- Datum — Deze variabele voegt de huidige datum toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!Date].
- Pincode sleutel — Deze variabele voegt de PIN-code van de sleutel toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!AccessCode].
- Handtekening — Deze variabele voegt een veld voor een afbeelding van een digitale handtekening toe aan de rapportage. In de rapporteditor wordt deze variabele gepresenteerd als [!SignatureImage].
- Tijdens het bewerken in de editor kunt u op de knop Annuleren drukken om niet-opgeslagen wijzigingen ongedaan te maken. Als u niet tevreden bent met de wijzigingen die u hebt opgeslagen naar de rapportage, kunt u op elk moment op de knop Rapportage naar standaard resetten drukken om de rapportage te resetten naar de standaardrapportage.
- Selecteer Opslaan en sluiten.