Welkom bij iLOQ-ondersteuning

In deze sectie wordt beschreven hoe u verborgen sleutels weer zichtbaar maakt in iLOQ Manager.

1. Selecteer Basisgegevens > Overzicht sleutels.

   

    
2. Klik met de rechtermuisknop op de roosterweergave en selecteer Weergeven > Alleen verborgen items/personen weergeven.
3. Selecteer de verborgen sleutel(s) die u weer zichtbaar wilt maken.
4. Selecteer Bewerken > Bewerkingsmodus om de bewerkingsmodus in te schakelen.
5. Klik met de rechtermuisknop op een van de geselecteerde sleutels en selecteer Sleutel weergeven.
6. SelecteerJa.
7. Selecteer Bewerken > Bewerkingsmodus om de bewerkingsmodus uit te schakelen.
8. Het systeem vraagt of u de wijzigingen wilt opslaan. SelecteerJa.
9. Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke weergave, selecteert u nogmaals Weergeven > Alleen verborgen items/personen weergeven.

In deze sectie wordt beschreven hoe u sleutels verwijdert in iLOQ Manager.

1. Selecteer Basisgegevens > Overzicht sleutels.

   

    

    
2. Selecteer de sleutels die u wilt verwijderen.
3. Selecteer Bewerken > Bewerkingsmodus om de bewerkingsmodus in te schakelen.
4. Rechtsklik op een van de geselecteerde sleutels en selecteer Verwijderen.
   Als alternatief, kunt u op de toets Del drukken.
5. Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven
6. SelecteerJa.
7. Selecteer Bewerken > Bewerkingsmodus om de bewerkingsmodus uit te schakelen.
8. Het systeem vraagt of u de wijzigingen wilt opslaan. Selecteer Ja.

Personen verwijzen naar de beheerders van het vergrendelingssysteem en de houders van sleutels. Specifieker uitgedrukt:

• Elke gebruikers-ID binnen iLOQ Manager is tevens een persoon in het systeem.
• Elke sleutelhouder (of een geplande sleutelhouder) is een persoon in het systeem.

In deze sectie wordt beschreven hoe u informatie over personen weergeeft in iLOQ Manager.

1. Selecteer Basisgegevens > Overzicht personen.

   

    
2. De personen worden weergegeven in het roosteroverzicht.

   De kolommen zijn:

   • Achternaam — Deze kolom bevat de achternaam van de persoon.
   • Voornaam — Deze kolom bevat de voornaam van de persoon.
   • Tellen van sleutels — In deze kolom wordt het aantal sleutels weergegeven dat de persoon heeft.
   • Bedrijf/afdeling — Deze kolom bevat de naam van het bedrijf of de afdeling waar de persoon werkt.
   • Titel — Deze kolom bevat de titel van de persoon.
   • Identificatie — Deze kolom bevat het bedrijfs-ID-nummer van de persoon.
   • Contactinformatie — Deze kolom bevat de contactinformatie van de persoon.
   • E-mail — Deze kolom bevat het e-mailadres van de persoon.
   • Woonadres — Deze kolom bevat het woonadres van de persoon.
   • Postcode — Deze kolom bevat de postcode van de persoon.
   • Postkantoor — Deze kolom bevat het postkantoor van de persoon.
   • Land — Deze kolom bevat het land waar de persoon woont.
   • Telefoon 1/2/3 — Deze kolom bevat de telefoonnummers van de persoon.
   • Einddatum van een dienstbetrekking — Deze kolom bevat de einddatum van de dienstbetrekking van de persoon. Deze datum wordt automatisch ingesteld voor de sleutel van de persoon als de Vervaldatum.
   • ID van extern systeem — Deze kolom bevat de ID van een extern systeem. Deze ID wordt alleen gebruikt voor Application Programming Interface-communicatie (API).
   • Beschrijving — Deze kolom bevat een beschrijving van de persoon.
   • Bewerkbaar — Het selectievakje in deze statuskolom geeft aan of de informatie van deze persoon te bewerken is door een beheerder, of niet. Als het selectievakje is ingeschakeld, is de informatie van de persoon alleen bewerkbaar via de API.
   • Functiegroepen — Deze kolom bevat de functiegroepen van de persoon.

In deze sectie wordt beschreven hoe u de eigenschappen van individuele personen weergeeft in iLOQ Manager.

1. Selecteer Basisgegevens > Overzicht personen.

   

    
2. De personen worden weergegeven in het roosteroverzicht. Voor meer informatie over een individuele persoon, dubbelklikt u op de persoon voor het weergeven van persoonspecifieke gegevens.
   Opmerking:

   U kunt op twee manieren objectgegevens weergeven:

   • Gewenste situatie weergeven — Selecteer dit keuzerondje om objectgegevens weer te geven zoals deze zullen zijn wanneer alle in behandeling zijnde wijzigingen zijn geprogrammeerd voor het object.
   • De daadwerkelijke situatie weergeven — Selecteer dit keuzerondje om objectgegevens weer te geven in de huidige situatie.

   Persoonspecifieke gegevens zijn, ingedeeld via tabbladen:

   • Basisinformatie — Het tabblad Basisinformatie bevat de basisinformatie over de geselecteerde persoon. De kolommen worden beschreven in Overzicht personen.
   • Beheerders-ID — Het tabblad Beheerders-ID bevat informatie over de beheerders-ID van de persoon, indien van toepassing.
   • Gebruikerszones — Het tabblad Zones bevat informatie over de zones van de gebruiker, indien van toepassing.
   • Persoonszones — Het tabblad Zones bevat informatie over de zones van de persoon die is gekopppeld aan de gebruiker, indien van toepassing.
   • Functiegroepen — Het tabblad Functiegroepen bevat informatie over de functiegroepen van de persoon. Zie Functiegroepen.
   • Sleutels — Het tabblad Sleutels bevat informatie over de sleutels van de persoon. De kolommen worden beschreven in Overzicht sleutels.
   • Toegangsrechten tot cilinders — Het tabblad Toegangsrechten tot cilinders bevat informatie over de toegangrechten van de persoon tot cilinders.
   • Documenten — Het tabblad Documenten bevat sleuteloverhandigings- en/of sleutelretourdocumenten, als deze digitaal zijn ondertekend.
3. Druk vervolgens op de knop Sluiten.

Er zijn meerdere manieren om personen toe te voegen aan het iLOQ-vergrendelingssysteem. Met de wizard Persoon toevoegen kunt u:

• Een nieuwe persoon met basisgegevens toevoegen.
• Een nieuwe persoon met toegangsrechten/functiegroepen toevoegen.

Bovendien kunt u:

• Eén voor één personen toevoegen in de bewerkingsmodus.
• Personen importeren vanuit Excel.

In deze sectie wordt beschreven hoe u een nieuwe persoon toevoegt aan het iLOQ-vergrendelingssysteem.

1. Selecteer Basisgegevens > Overzicht personen.

   

    
2. Selecteer Persoon toevoegen.
   De wizard Toevoegen van een persoon wordt geopend.
3. Selecteer Basisgegevens van een persoon toevoegen.
4. Voer als volgt persoonlijke informatie in:
   • Achternaam — Voer in het veld Achternaam de achternaam van de persoon in.
   • Voornaam — Voer in het veld Voornaam de voornaam van de persoon in.
   • Bedrijf/Afdeling — Voer in het veld Bedrijf/Afdeling de naam in van het bedrijf of de afdeling waar de persoon werkt.
   • Titel — Voer in het veld Titel de titel in van de persoon.
   • Identificatie — Voer in het veld Identificatie het bedrijfs-ID-nummer van de persoon in.
   • Einddatum van een dienstbetrekking — Voer de einddatum in van de dienstbetrekking van de persoon. Deze datum wordt automatisch ingesteld voor de sleutel van de persoon als de Vervaldatum.
5. SelecteerVolgende.
6. Voer als volgt contactinformatie in:
   • Adres — Voer in het veld Adres het adres in van de persoon.
   • Postcode en postkantoor — Voer in het veld Postcode en postkantoor de postcode en het postkantoor van de persoon in.
   • Land — Voer in het veld Land het land in waar de persoon woont.
   • Telefoon 1/2/3 — Voer in de telefoonvelden de telefoonnummers van de persoon in.
   • E-mail — Voer in het veld E-mail het e-mailadres in van de persoon.
   • Externe ID — Voer de ID van de persoon in een extern systeem in. Deze ID wordt alleen gebruikt voor Application Programming Interface-communicatie (API).
   • Beschrijving — Voer in het veld Beschrijving een beschrijving in van de persoon.
7. SelecteerVolgende.
8. Er wordt een overzichtscherm weergegeven
9. Selecteer Gereed.
10. Selecteer Sluiten.

In deze sectie wordt beschreven hoe u een persoon met toegangsrechten en functiegroepen toevoegt aan het iLOQ-vergrendelingssysteem.

1. Selecteer Basisgegevens > Overzicht personen.

   

2. Selecteer Persoon toevoegen.
   De wizard Toevoegen van een persoon wordt geopend.
3. Selecteer Persoon en toegangsrechten/functiegroepen toevoegen.
4. Voer als volgt persoonlijke informatie in:
   • Achternaam — Voer in het veld Achternaam de achternaam van de persoon in.
   • Voornaam — Voer in het veld Voornaam de voornaam van de persoon in.
   • Bedrijf/Afdeling — Voer in het veld Bedrijf/Afdeling de naam in van het bedrijf of de afdeling waar de persoon werkt.
   • Titel — Voer in het veld Titel de titel in van de persoon.
   • Identificatie — Voer in het veld Identificatie het bedrijfs-ID-nummer van de persoon in.
   • Einddatum van een dienstbetrekking — Voer de einddatum in van de dienstbetrekking van de persoon. Deze datum wordt automatisch ingesteld voor de sleutel van de persoon als de Vervaldatum.
5. SelecteerVolgende.
6. Voer als volgt contactinformatie in:
   • Adres — Voer in het veld Adres het adres in van de persoon.
   • Postcode en postkantoor — Voer in het veld Postcode en postkantoor de postcode en het postkantoor van de persoon in.
   • Land — Voer in het veld Land het land in waar de persoon woont.
   • Telefoon 1/2/3 — Voer in de telefoonvelden de telefoonnummers van de persoon in.
   • E-mail — Voer in het veld E-mail het e-mailadres in van de persoon.
   • Externe ID — Voer de ID van de persoon in een extern systeem in. Deze ID wordt alleen gebruikt voor Application Programming Interface-communicatie (API).
   • Beschrijving — Voer in het veld Beschrijving een beschrijving in van de persoon.
7. Selecteer de functiegroepen voor de persoon die u wilt toevoegen.
   • — Klik op de knop Pijlen Rechts om alle items te verplaatsen naar de selectielijst.
   • — Klik op de knop Pijl Rechts om de geselecteerde items te verplaatsen naar de selectielijst.
   • — Klik op de knop Pijl Links om de geselecteerde items te verwijderen uit de selectielijst.
   • — Klik op de knop Pijl Rechts om alle items te verwijderen uit de selectielijst.
8. SelecteerVolgende.
9. Er wordt een overzichtscherm weergegeven
10. Selecteer Gereed.
11. Selecteer Sluiten.

In deze sectie wordt beschreven hoe de functiegroepen van een persoon bewerkt in iLOQ Manager.

1. Selecteer Basisgegevens > Overzicht personen.

   

2. Rechtsklik op de persoon die u wilt koppelen aan een functiegroep.
3. Selecteer Functiegroepen van persoon bewerken.
   De wizard De functiegroepen van de personen bewerken wordt geopend.
4. Selecteer Rolselecties bewerken.
5. Controleer of de juiste persoon is geselecteerd in de lijst.
6. SelecteerVolgende.
7. Bewerk de functiegroepselecties van de persoon.
   • — Klik op de knop Pijlen Rechts om alle items te verplaatsen naar de selectielijst.
   • — Klik op de knop Pijl Rechts om de geselecteerde items te verplaatsen naar de selectielijst.
   • — Klik op de knop Pijl Links om de geselecteerde items te verwijderen uit de selectielijst.
   • — Klik op de knop Pijl Rechts om alle items te verwijderen uit de selectielijst.
8. SelecteerVolgende.
9. Er wordt een overzichtscherm weergegeven
10. Selecteer Gereed.
11. Selecteer Sluiten.